Jan Pieters Boustra

Berne plm. 1705. Mogelik yn Waaxens.

Jan Pieters en Ymkje Foekes Trouwd plm 1730, mogelik yn Waaksens. Gjin trou akte

Niet beschikbaar

Lidmatenregister Westdongeradeel 1727 Hervormde Gemeente Waaksens en Brantgum 23 februari 1727 Jan Pijters en Ymkie Foekes doen op 23 februari 1727 belijdenis Vertrokken naar Akkerwoude Lidmatenregister Dantumadeel 1739 Hervormde Gemeente Veenwouden 22 februari 1739 Jan Pyters en Ymkje Foekes, echtelieden, zijn op 22 februari 1739 bij het avondmaal te Murmerwoude aangenomen als lidmaat na behoorlijke attestatie van Waaxens Lidmatenregister Dantumadeel 1743 Hervormde Gemeente Veenwouden 1743 Jan Pieters Boustra, onderwijzer, en zijn vrouw Ymkjen Foekes, wonende te Veenwouden, zijn in 1743 lidmaat te Veenwouden Volkstelling Dantumadeel 1744 Jan Piters Boustra, wonende te Veenwouden Aantal personen: 3 Toegezegd bedrag £ 3:-:- Quotisatie kohieren Dantumadeel 1749 Jan Pytters Boustra, schoolmeester in het dorp Veenwouden Volwassenen: 3 Aanslag: £ 16:1:- Lidmatenregister Dantumadeel 1751 Hervormde Gemeente Veenwouden 8 februari 1751 Kerkeraadsverslag 'd. 8 Febr: is buitengewoone kerkenraad te Feenwouden gehouden, en zijn voor dezelven op versoek van de E. kerkenraad verscheenen Hinrich Gabes en desselfs huisvrouw Grietje Pijbes, desgelijks de Schoolmeester Jan Pieters Boustra, als mede de huisvrouw van Tjerk Claases Tjitske Alberts. Waarop, wanneer de Saak hangende tusschen Hinrich Gabes en den Schoolmeester nopens de beschuldigingen van den eersten omtrent den laatsten, als of hij gepleegde ontugtigheden van hem gezien hadde in de woonkamer van Tjerk Claases met desselfs Suster Antje Claases, nader ondersocht was, bevonden wierd dat Grietje Pijbes niet met al van nabij bijgewoont en gezien hadde of getuigen konde. Voorts moeste Hinrich Gabes bij herhaling belijden dat hij den Schoolmeester van formeelen overspel niet beschuldigen konde, maar egter, dat hij op eenen zekeren Saterdag avond bij of in het huis van Tjerk Claases komende gezien hadde, dat hij de Schoolmeester, handgebaar gehad hadde met de Suster van Tjerk Claases, de eene hand namenlijk om haaren hals hebbende, en waar hij de andere gehad hadde mogte hij zelfs weten. Wanneer wij daar op aandrongen dat hij als een beschuldiger zulks ook weten en zeggen mogte, zo wilde of konde hij daarvan verder niets zeggen, maar beriep zig op het geweten van den Schoolmeester. Welke laatste ronduit ontkende, dat de saak haar also toegedragen, maar dat hij des avonds laat van wegens zijne schapen in het genoemde huis komende, bij het weggaan nog een pijp tabak bij het vuur hadde willen aansteken, bij welke gelegentheid gemelde Vrouwspersoon hem de lange pijp wilde uit den mond of in stukken slaan, voorgevende dat die hem niet paste, of wat hij met dezelve zo laat daar nog aan huis maakte; waarop hij (de Schoolmeester) zig ter weere gesteld, niet willende gedogen dat zij hem de pijpe uit den mond of den handen sloeg, het welke dan eenige beweginge en handgebaar aan weerskanten veroorzaakt hadde. Voorts betuigde hij een vrije conscientie in dezen te hebben, en dat er verder niets voorgevallen ware. Tjitske Alberts, die bij dat geval (haar man doenmaals van huis zijnde) ook present en alreeds te bedde was, hoewel nog wakende, zeide en getuigde tevens voor den E. Kerkenraad, dat zij niets diergelijken gezien of vernomen van deze beide personen, waarvan Hinrich Gabes haar namenlijk beschuldigen wilde, en meende dat zij hierin met nog meer geloofwaardigheid getuigen te kunnen, alzo zij binnen het huis, ja binnen de woonkamer en dus ook nader bijzijnde dan als Hinrich Gabes, alles wat er ommeging, zeer wel waarnemen kunnen. Hierop is het eindelijks zo verre gebragt dat Hinrich Gabes, die zijne beschuldigingen niet genoegsaam bewijsen konde, bewogen wierd om te betuigen dat hij niets dergelijken als ooggetuige van den Schoolmeester gesien hadde of bewijsen konde, dat voor menschen in 't Kerkelijke of Burgerlijke bestrafbaar of strafbaar was. En zijn ze over zulks door den E. kerkenraad met niet weinig moeite en va veele bijgebrachte redenen, als voor den Heren aangsichte, tot verzoening overgehaalt, gevende malkander daarop de hand van vrede en vriendschap. De schoolmeester werd tevens vermaant, om door des Heren genade in alle opsigten voorsigtig te wandelen, en ook zelfs allen schijn van het kwade te vermijden.' Lidmatenregister Dantumadeel 1753 Hervormde Gemeente Veenwouden 13 mei 1753 Jan Pieters Boustra, schoolmeester, wonende te Veenwouden, is op 13 mei 1753 weer tot het avondmaal toegelaten